FAQ

Vanaf 1 januari 2024 wordt er gesleuteld aan de forfaitaire vergoeding voor kunstenaars, beter gekend als de kleine vergoedingsregeling of KVR. Er wordt afgestapt van de maximale jaargrens, een terugbetaling van verplaatsingskosten wordt mogelijk en de kunstenaarskaart verdwijnt.

 

Kunstenaars kunnen tot 31 december 2023 via de kunstenaarskaart een forfaitaire kostenvergoeding krijgen voor het leveren van artistieke prestaties en/of het produceren van artistieke werken voor rekening van een opdrachtgever. De kleine vergoedingsregeling is bedoeld voor occasionele, kleinschalige prestaties, niet voor professioneel werk. Het gaat bijvoorbeeld om een muzikaal optreden of het maken van een illustratie voor het tijdschrift van een vereniging. 

 

Deze vergoeding kan niet gecumuleerd worden met een andere kostenvergoeding, noch met de kostenvergoeding voor vrijwilligers. Men kan wel een kostenvergoeding voor vrijwilligers ontvangen voor niet-artistieke prestaties die op een ANDERE dag geleverd zijn. In tegenstelling tot de kostenvergoeding voor vrijwilligers kan de kleine vergoedingsregeling niet gecumuleerd worden met een werkloosheidsvergoeding.

 

Op de ontvangen vergoedingen van de kunstenaars zijn geen belastingen, noch sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd en de opdrachtgever moet geen Dimona-aangifte doen, mits een aantal voorwaarden worden nageleefd. 

 

De vergoedingen die aan de kunstenaar mogen uitgekeerd worden zijn begrensd per dag en per jaar:

- maximaal 100 euro per dag per opdrachtgever (geïndexeerd voor 2023: 147,63 euro)

maximaal 2000 euro per jaar (geïndexeerd voor 2023: 2.953,37 euro). 

 

Begin mei besliste de ministerraad om een aantal wijzigingen door te voeren, om het misbruik van de regeling in het professionele circuit terug te dringen en de toepassing enkel te behouden voor artistieke amateurpraktijken:

 

- De ‘kleine vergoedingsregeling’ wordt omgevormd naar de ‘amateurkunstenvergoeding’.  

- De jaargrens wordt geschrapt: in de plaats daarvan wordt het aantal dagen begrensd waarop prestaties kunnen worden geleverd tot 30 dagen per kalenderjaar.

- Het maximaal bedrag per dag wordt verlaagd naar 70 euro (te indexeren).

- Een terugbetaling van werkelijke verplaatsingskosten wordt mogelijk, met een maximum van 20 euro per dag.

- De kunstenaarskaart verdwijnt en wordt vervangen door een registratie op het digitaal platform "Working in the Arts".

 

Deze aanpassingen treden in principe in werking op 1 januari 2024. Ze zullen dus van toepassing zijn op de prestaties die vanaf dan worden geleverd.

Nog geen lid van VSDC?
Vraag nu uw lidmaatschap aan