Verenigingswerk: jaargrens inkomstenjaar 2024

Verenigingswerkers kunnen ingezet worden in de sociaalculturele of amateurkunstensector en in de sportsector. 

 

Op sociaalrechtelijk vlak moeten er geen sociale bijdragen worden betaald, zolang een maximum aantal uren niet wordt overschreden (meer info: zie onder andere VZW-Review nr. 201, blz. 7).

Ook op fiscaal vlak moeten de plafonds (maximum aantal uren) worden gerespecteerd. De inkomsten uit verenigingswerk zijn niet belastingvrij. De verenigingswerker geniet van een fiscaal gunstig tarief waarbij 10% personenbelasting ( = 20% na een forfaitaire aftrek van 50%) verschuldigd is.

Dit voordelig belastingtarief geldt slechts als het brutobedrag van de inkomsten als verenigingswerker niet hoger is dan 3.830 euro per jaar (te indexeren bedrag).

Na indexaanpassing gaat het voor het inkomstenjaar 2024 (aanslagjaar 2025) om een bedrag van 7.460 euro.

Overschrijdt men dit bedrag, dan zullen de inkomsten uit het verenigingswerk als een beroepsinkomen worden beschouwd en is de belasting veel hoger. Let op, ook de eventuele inkomsten uit de deeleconomie (bvb. koeriersdiensten voor Deliveroo) moeten meegeteld worden. Het fiscaal gunstig tarief geldt dus indien het totaal van de inkomsten uit het verenigingswerk én de deeleconomie samen niet hoger is dan 7.460 euro.  

Hou er rekening mee dat het inzetten van een verenigingswerker nogal wat formaliteiten met zich meebrengt, onder ander op het vlak van de sociale zekerheid en het arbeidsrecht (bvb. De vzw-opdrachtgever inschrijven als werkgever bij de RSZ, afsluiten van een arbeidsovereenkomst, afsluiten van een arbeidsongevallenverzekering, een dimona-aangifte doen, …). Deze mogen niet uit het oog verloren worden.