Wijziging vzw-wet voor grote vzw's


Op 14 mei heeft de wet van 25 april 2014 houdende diverse bepalingen betreffende Justitie de vzw-wet gewijzigd. Concreet gaat het over een wijziging van art. 17 § 7 en een toevoeging van een 9de  paragraaf aan art. 17 waarbij de bevoegdheden van de commissarissen worden uitgebreid. In dezelfde context worden ook art. 37 (Stichtingen) en art. 53 (Internationale vzw’s) gewijzigd.

 

1. Alarmbelprocedure 

 

Naar het voorbeeld van de bestaande bepalingen voor vennootschappen, wordt een alarmbelprocedure ingevoerd. Indien een commissaris tijdens een controle ernstige en overeenstemmende feiten vaststellen die de continuïteit van de vereniging in gevaar kunnen brengen, dan moet de commissaris de raad van bestuur op de hoogte brengen. De raad van bestuur moet dan beraadslagen over te nemen maatregelen om de werking van de vereniging te vrijwaren gedurende een redelijke termijn.

 

Wordt de commissaris niet binnen de maand na de kennisgeving ingelicht door de raad van bestuur over de te nemen of genomen maatregelen, of meent hij dat deze onvoldoende zijn, dan kan de commissaris zijn bevindingen overmaken aan de voorzitter van de rechtbank van koophandel.

 

2. Samenroepen algemene vergadering

 

Opnieuw naar analogie met de vennootschapswereld, krijgt een commissaris de bevoegdheid om onder bepaalde voorwaarden de algemene vergadering samen te roepen. In de vennootschapswereld kan dat bijvoorbeeld indien in de onderneming grote verliezen worden geleden en de raad van bestuur bij de pakken blijft zitten, of bij ernstige conflicten in de raad van bestuur. De commissaris kan dan zelf de algemene vergadering samenroepen, buiten de raad van bestuur om. Dit geldt nu ook voor vzw’s. De commissaris is bovendien verplicht om de algemene vergadering bijeen te roepen wanneer een vijfde van de effectieve leden het vraagt.

 

3. Aanwezigheid van de commissaris

 

Wanneer de algemene vergadering moet beraadslagen op grond van een door de commissaris opgemaakt verslag, moet de commissaris deze bijwonen. De algemene vergadering kan immers pas de kwijting van haar commissaris onderzoeken indien deze aanwezig is.

 

4. Hele grote vzw’s

 

Enkel hele grote vzw’s moeten een commissaris benoemen. Er is sprake van een grote vzw ingeval

 

- het aantal tewerkgestelde werknemers, gemiddeld over het jaar, het equivalent van 100 voltijdse werknemers zoals door de werkgever meegedeeld krachtens het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, of voor de werknemers die uitgesloten worden uit het toepassingsgebied van voornoemd koninklijk besluit, ingeschreven in het personeelsregister dat wordt gehouden krachtens het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten, te boven gaat, of

 


- de vereniging bij de afsluiting van het boekjaar met betrekking tot ten minste twee van de volgende drie criteria de onderstaande cijfers te boven gaat:

 

1) het equivalent, gemiddeld over het jaar, van 50 voltijdse werknemerszoals door de werkgever meegedeeld krachtens het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, of voor de werknemers die uitgesloten worden uit het toepassingsgebied van voornoemd koninklijk besluit, ingeschreven in het personeelsregister dat wordt gehouden overeenkomstig het voormelde koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978
2) in totaal 7.300.000 Euro aan andere dan uitzonderlijke ontvangsten, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde
3) een balanstotaal van 3.650.000 Euro

 

Verenigingen die niet voldoen aan de criteria vermeld in artikel 17 §5, zijn niet verplicht om een commissaris te benoemen. Ingeval zij dit nodig achten, is het hen toegestaan één of meerdere commissarissen te benoemen. Het gevolg zal dan wel zijn dat alle wettelijke bepalingen met betrekking tot de commissarissen, moeten nageleefd worden. Het is ook mogelijk dat dit door een subsidiërende overheid opgelegd wordt.